Uit de AnnuNu Sagen
Het verhaal van de nieuwkomer

Jaren geleden op een school, in een middelgrote stad in het midden van Nederland, was het prettig werken. De sfeer in het team was goed, de resultaten waren op orde, de ouders waren tevreden en betrokken en de leerlingen gelukkig. De school had een goede naam, er kwamen weinig grote uitdagingen voorbij en iedereen deed zijn best het zo te houden. Het schooljaar kabbelde rustig voorbij.
Op een dag kwam er een nieuw gezin wonen in de wijk waar de school stond. Het gezin had een moeilijke tijd achter de rug. De oudste zoon van 10 was met zijn babybroertje en moeder gevlucht uit hun thuisland. Na een jaar op een AZC te hebben gewoond en daar de taalschool hebben gevolgd , moest de jongen een nieuwe start maken, in een nieuw huis in een nieuwe stad. De jongen liep langs de school en keek door de ramen naar binnen. Iedereen zag er hetzelfde uit. Het was rustig in de school en als hij de klas in keek zag hij dat alle kinderen luisterden naar de juf of meester. Het leek of iedereen goed begreep wat de meester of juf zei. Hij zag niemand iets vragen. Aan de muren van het lokaal hingen teksten. Hij begreep ze niet. De posters en foto’s die er hingen zeiden hem niets. De jongen begreep dat hij de rust en tevredenheid van de school niet zomaar kon verstoren. Hij vertelde tegen zijn moeder dat hij niet wist of dit wel de juiste school voor hem was.
De volgende middag ging de moeder naar de school. Ze keek rond in de hal en wierp een blik in de klassen. Ze zag kinderen lachen, plezier maken met elkaar, en sommigen trots hun boekpresentatie houden. Ze zag leerkrachten er met plezier lesgeven. Ze gunde dit haar zoon ook. Ze raakte in gesprek met de schoolleider en vroeg of haar zoon naar deze school mocht. ‘Wij kunnen uw kind niet goed onderwijs geven.’ zei de schoolleider. ‘Wij hebben geen expertise op het gebied van nieuwkomers’. Mijn zoon is heel slim zei de moeder. Hij leert snel en heeft niet veel nodig. En hij kan anderen veel leren. We kunnen samen zorgen dat hij zich welkom voelt voor een goede start. Ze vertelde over haar zoon, wat zijn sterke kanten waren en wat hij nog moeilijk vond. Dat hij kon schrikken van harde geluiden, door alles wat hij had meegemaakt. Dat het goed was om daar rekening mee te houden. De moeder leerde de schoolleider en de nieuwe leerkracht hoe ze ‘Je bent welkom’ konden zeggen in de thuistaal van de jongen. Ze bood zich aan als fruitsnij-ouder.
De jongen maakte een goede start op school. Hij werd geholpen door klasgenoten en hij had al snel de spelregels van “Kingen” geleerd. Hij bleek er een ster in te zijn. Zijn juf benadrukte dit iedere keer weer en de jongen stond al snel bekend als de King-kampioen. Zijn juf had nog niet eerder een nieuwkomer in de klas gehad. Maar ze was nieuwsgierig naar de jongen en ging de klas versieren met de vlag van zijn thuisland en wat kenmerkende foto’s. Ernaast kwam een wereldkaart. Hierop kon de jongen markeren waar zijn thuisland lag. De andere leerlingen gingen markeren waar zij zelf weleens op vakantie waren geweest of waar hun ouders of grootouders waren geboren. Er werd veel geleerd over verschillende landen. Er werd een internationale dag georganiseerd. De moeder kwam in traditionele kleding en maakte eten uit het land van herkomst. Ouders en grootouders ook.
De leerkracht zocht contact met de taalschool en kreeg tips hoe ze de jongen kon helpen op onderwijskundig vlak. Teksten uit de klas mocht de jongen eerst in zijn eigen taal lezen en hij mocht gebruik maken van een vertaalapp. De jongen voelde zich veilig, gezien en gehoord. Zijn zelfvertrouwen groeide evenals die van de juf. Ze vertelde enthousiast over haar ervaringen aan collega’s in de teamkamer en hoe haar werkplezier gegroeid was met deze nieuwe uitdaging. Toen er kort daarna nog een aanmelding binnenkwam voor een nieuwe leerling die net in Nederland was, was de stap voor andere collega’s minder groot. Nu waren er twee leerkrachten met een nieuwkomer in de klas. Ze zochten elkaar op en deelden goede en minder goede ervaringen. Ze kregen zicht op wat wel en niet werkt. De schoolleider was beretrots op de leerkrachten in haar team en vertelde het verhaal in haar netwerk. Andere scholen namen contact op met de leerkrachten en er ontstond een netwerk waarin kennis en expertise werd gedeeld. Er werd veel van elkaar geleerd in het belang van álle kinderen.
En de jongen…? Die is inmiddels leerkracht groep 6.